utilitarisme

Wat is utilitarisme:

Utilitarism is een filosofische theorie die de grondslagen van ethiek en moraliteit probeert te begrijpen van de gevolgen van acties .

In dit geval bestaat het utilitarisme in het idee dat een actie alleen als moreel correct kan worden beschouwd als de gevolgen ervan het collectief welzijn bevorderen . Als het resultaat van de actie voor de meerderheid negatief is, wordt het geclassificeerd als moreel verwerpelijk.

Vanuit deze redenering is utilitarisme tegengesteld aan egoïsme, want de gevolgen van acties moeten gericht zijn op het geluk van een set en niet op individuele en individuele belangen.

De utilitaristische theorie werd verdedigd, als een ethische doctrine, voornamelijk door de Engelse filosofen en economen John Stuart Mill en Jeremy Bentham, gedurende de eeuwen XVIII en XIX. Het utilitaristische denken werd echter al verkend uit het oude Griekenland, voornamelijk via de Griekse filosoof Epicurus.

Omdat het gebaseerd is op consequenties houdt het utilitarisme geen rekening met de motieven van de agent (goed of slecht), aangezien de acties van een agent die als negatief worden ervaren positieve gevolgen kunnen hebben en omgekeerd.

Er zijn enkele debatten over de verplichting van het utilitarisme om alleen consequenties te omarmen die direct verbonden zijn met de mens of met alle bewuste wezens, dat wil zeggen dat ze het vermogen hebben om pijn en genot te voelen, zoals sommige dieren bijvoorbeeld.

De principes van utilitaristisch denken worden toegepast op verschillende gebieden van het maatschappelijk leven, zoals in het politieke systeem, justitie, economie, recht, enzovoort.

De belangrijkste basisprincipes van het utilitarisme zijn:

  • Beginsel van welzijn: het doel van morele actie moet welzijn zijn op alle niveaus (intellectueel, fysiek en moreel).
  • Consequentialisme: de moraliteit van acties wordt beoordeeld aan de hand van de gevolgen die ze genereren.
  • Principe van aggregatie: het houdt rekening met de meerderheid van de individuen, waarbij de "minderheden" die niet op dezelfde manier als de meerderheid profiteerden, werden weggegooid of "opgeofferd". Deze "opofferende" inhoud wordt vaak in twijfel getrokken door tegenstanders van het utilitarisme.
  • Principe van optimalisatie: het maximaliseren van welzijn wordt geïnterpreteerd als een plicht.
  • Onpartijdigheid en universalisme: er is geen onderscheid tussen het lijden of geluk van individuen, die allemaal gelijk zijn vóór het utilitarisme.

Er zijn verschillende theorieën en denkwijzen die kritiek leveren op de principes van het utilitarisme. Het concept van de "Categorical Imperative" ontwikkeld door de Duitse filosoof Immanuel Kant, bijvoorbeeld, plaatst vraagtekens bij het vermogen van het utilitarisme om niet te worden gekoppeld aan een zelfzuchtige houding, omdat alle acties en consequenties die gegenereerd worden, afhankelijk zouden zijn van persoonlijke neigingen.

Zie ook het verschil tussen ethiek en moraal en categorische imperatieven.